Prestatiekenmerken
Detectielimiet: 0,5 nmol/L;
Lineair bereik: 0,5~10,0 nmol/l;
Lineaire correlatiecoëfficiënt R ≥ 0,990;
Precisie: binnen batch-CV is ≤ 15%; tussen batches is CV ≤ 20%;
Nauwkeurigheid: de relatieve afwijking van de meetresultaten mag niet groter zijn dan ± 15% wanneer de nauwkeurigheidskalibrator, opgesteld door de nationale TT3-standaard of de gestandaardiseerde nauwkeurigheidskalibrator, wordt getest.
Kruisreactiviteit: De volgende stoffen interfereren niet met de T4-testresultaten bij de aangegeven concentraties: TT4 bij 500 ng/ml, rT3 bij 50 ng/ml.
1. Bewaar de detectorbuffer bij 2~30℃. De buffer is stabiel tot 18 maanden.
2. Bewaar de Aehealth Ferritin Rapid Quantitative-testcassette bij 2 ~ 30 ℃, de houdbaarheid is maximaal 18 maanden.
3. De testcassette moet binnen 1 uur na opening van de verpakking worden gebruikt.
De bepaling van de serum- of plasmaspiegels van triiodothyronine (T3) wordt erkend als een belangrijke meting bij de beoordeling van de schildklierfunctie. De effecten op doelweefsels zijn grofweg vier keer krachtiger dan die van T4. Van het schildklierhormoon dat wordt geproduceerd, is ongeveer 20% T3, terwijl 80% wordt geproduceerd als T4. T3 en T4 worden gereguleerd door een gevoelig feedbacksysteem waarbij de hypothalamus en de hypofyse betrokken zijn. Ongeveer 99,7% van het T3 dat in het bloed circuleert, is gebonden aan plasma-eiwitten: TBG (30-80%), TTR/TBPA (9-27%) en albumine (11-35%). Slechts 0,3% van het circulerende T3 is vrij (ongebonden) en biologisch actief. T3 speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de euthyroïde toestand. Totaal-T3-metingen kunnen een waardevol onderdeel zijn bij het diagnosticeren van bepaalde aandoeningen van de schildklierfunctie.